Japanse duizendknoop

Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) is een meerjarige, niet-inheemse plant met holle en verhoutende stengels die elke lente tot dichte haarden uitgroeien. In de winter verdorren de stengels, maar torenen ze nog even boven de vegetatie uit. Ondergronds is de plant bijzonder goed ontwikkeld met dikke wortelstokken waarin veel reservevoedsel wordt opgeslagen.

De dichte struiken zijn kampioenen in het verdringen van inheemse soorten. De plant kan dan ook gezien worden als een hinderlijk invasieve exoot. De minieme ondergroei in de winter werkt erosie in de hand. De ondergrondse wortelstokken kunnen stevig groeien en daarbij infrastructuur beschadigen.

Herkennen

Bovengronds

Vanaf mei schieten de groen-rode stengels individueel uit de grond. De jonge, kleine stengels zijn goed waarneembaar omdat ze sneller en hoger uitgroeien dan de inheemse kruidachtige vegetatie. Ze dragen over de hele lengte grote bladeren die eindigen in een punt. De stengels kunnen tot 2,5m hoog worden.

Vanaf augustus ontwikkelen vele, kleine witte bloemen. In de loop van de zomer worden de stengels houtachtig.

In de winter verdorren de bladeren, maar blijven de houtige stengels staan. Wanneer de duizendknoop gemaaid werd, kunnen groeiplaatsen herkend worden aan de overgebleven stengelresten op een kale bodem. Opgelet: bovengronds sterft de plant af, maar ondergronds blijven de wortels leven. Ook in de winter kunnen graafwerken duizendknoop doen verspreiden via het verplaatsen van levenskrachtige wortels.

Ondergronds

De wortels zijn eigenlijk ondergrondse stengels. Het ondergrondse wortel(stokken)netwerk kan een grotere oppervlakte beslaan dan de bovengrondse stengels. Levende wortels zijn van buiten donkerbruin en op doorsnede geel-oranje van kleur. Ze kunnen gemakkelijk doormidden geknakt worden. De grootste massa bevindt zich op minder dan 0,50 - 0,75 m onder het maaiveld.

Ben je geen plantenkenner? Gebruik dan een beeldherkenningsapp zoals bijvoorbeeld Obsidentify.

Waar groeit deze plant?

Duizendknoop kan overal groeien. Meestal vind je de plant terug op plaatsen die ooit vergraven werden zoals dijken, bermen, gronddepots of op plekken waar groenafval werd gestockeerd.

Verspreiding en aandachtspunten

Verspreiding gebeurt via de wortels of worteldeeltjes. Het is dan ook een belangrijk aandachtspunt bij grondverzet en maaien.

  • Grondverzet: gecontamineerde grond niet opnieuw gebruiken
  • Maaien: zeker 10 tot 15 cm boven de grond maaien zodat de wortels zeker niet geraakt worden.

Preventie

Uitbreiding van de populatie kan tegen gehouden worden door de populatie zo weinig mogelijk te verstoren. Hoe minder verstoring, hoe minder de vorming van ondergrondse uitlopers wordt gestimuleerd en bijgevolg hoe trager de uitbreiding. Indien Japanse duizendknoop aanwezig is in grond die bewerkt of uitgegraven gaat worden, moeten de planten zeer zorgvuldig verwijderd worden of moet afgestapt worden van grondwerken. Is er geen invasieve duizendknoop aanwezig dan is het belangrijk om besmetting te vermijden. Bewustwording en kennis verbeteren rond deze invasieve exoot is hierbij belangrijk.

Kleine haard? Reageer snel!

Enkele stengels schieten her en der op of het gaat om kleine haarden (2 à 3m²). Door in te grijpen in een vroeg stadium wordt verhinderd dat grote, monotone haarden kunnen ontstaan. Hierdoor worden toekomstige kosten voor populatiecontrole of het beperken van de hinder vermeden. De volledige groeiplaats wordt telkens aangepakt om herkolonisatie na de bestrijding te vermijden.

Wat kan je doen?

  • handmatig uitspitten
  • regelmatig maaien
  • afdekken van de grond
  • begrazing
  • concurrerende vegetatie inbrengen

De ondergrondse plantenresten moeten afzonderlijk van het ander groenafval ingezameld worden. Elk stukje wortel kan immers opnieuw uitlopen tot een nieuwe kolonie. Voer alle uitgespitte plantendelen zorgvuldig af via restfractie (huisvuilzak).

Japanse duizendknoop gespot op openbaar domein? Meld het ons!