Belasting op tweede verblijven
Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid op het grondgebied van Lievegem die niet het hoofdverblijf is van de zakelijk gerechtigde of de huurder, maar die wel op elk moment door hem kan worden bewoond. Wanneer op het adres van een woongelegenheid niemand is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister is er een weerlegbaar vermoeden dat de zakelijk gerechtigde van deze woongelegenheid er ook gebruik van maakt als tweede verblijf. De zakelijk gerechtigde kan dit vermoeden weerleggen met alle rechtsmiddelen.
Private woongelegenheden zijn:
- eengezinswoningen, landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, chalets, stacaravans, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger;
- tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens die meer dan 6 maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen, maar niet zijn opgesteld op een erkend terrein voor openluchtrecreatieve verblijven.
Bijkomende elementen om beschouwd te worden als een tweede verblijf:
- De woongelegenheid is ten alle tijde bewoonbaar en uitgerust met een eet- en/of slaapgelegenheid en functionerende nutsvoorzieningen (verwarming, elektriciteit, sanitair, ...). Dit aspect kan ten allen tijde aan de nodige plaatscontrole onderworpen worden;
- Er is daadwerkelijk en regelmatige bewoning. De zakelijk gerechtigde legt ter bewijs of controle daarvan onder andere de verbruiksbewijzen van de nutsvoorzienigen voor.
- De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
- De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
De belasting bedraagt 900 euro per tweede verblijf. De belasting is ondeelbaar en voor geheel het jaar verschuldigd.
Worden niet als een tweede verblijf beschouwd:
- Lokalen waar die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen;
- Tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens die opgesteld zijn op een erkend terrein voor openluchtrecreatieve verblijven (ongeacht de duur) of minder dan 6 maanden op een ander terrein;
- Ziekenhuizen, jeugdherbergen, woningen gebruikt voor beschermd en/of begeleid wonen;
- De kamers die deel uitmaken van de uitbating van een logiesverstrekkend bedrijf.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen de drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
De bevoegde overheid stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding.
De bevoegde overheid doet binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift, uitspraak op basis van een met redenen omklede beslissing.