Financiële tussenkomst voor een verblijf in een woonzorgcentrum
Een oudere die de stap zet naar het rusthuis moet het verblijf zelf bekostigen. Als de oudere onvoldoende middelen heeft, kan hij een beroep doen op het bevoegde OCMW voor een tussenkomst in de maandelijkse rusthuisfactuur.
Het OCMW zal pas een tussenkomst verlenen indien na onderzoek blijkt dat de eigen middelen van de oudere niet volstaan.
Er wordt een sociaal onderzoek gedaan naar je bestaansmiddelen en je financiële reserves (spaarboekjes, eigendommen,…). Dit wordt tot 5 jaar voorafgaande de aanvraag in kaart gebracht
Indien blijkt dat je onvoldoende financiële middelen hebt, dan wordt een tussenkomst in de oplegkosten toegekend. Het bedrag dat je te kort komt, past het OCMW bij. De tussenkomst van het OCMW kan teruggevorderd worden van uw kinderen op basis van hun netto-belastbaar inkomen. Deze betalen dan maximum het kindsdeel (of de gemiddelde maandelijkse tussenkomst van het OCMW gedeeld door het aantal kinderen). Zij kunnen genieten van een belastingsvoordeel.
- Een overzicht van het volledig gezinsinkomen
- Een overzicht van de spaargelden
- Een kopie van je identiteitskaart.