Als een persoon in een woonzorgcentrum wordt opgenomen, kan men naar een waarborg of borgstelling vragen om zo de zekerheid te hebben dat de verblijfskosten van deze persoon gaan betaald worden.
Als de persoon die opgenomen wordt in een woonzorgcentrum kinderen heeft, wordt die borgstelling vaak aan de kinderen gevraagd.
Als niemand een dergelijke borgstelling wil of kan tekenen, kan het woonzorgcentrum aan het OCMW van de gemeente waar de oudere ingeschreven stond op het moment van de opname een betalingsverbintenis vragen. Dit is een verklaring waarbij het OCMW zich borg stelt voor de betaling van de verblijfskosten in het woonzorgcentrum, de medische kosten en een wettelijk vastgelegd bedrag aan maandelijks zakgeld voor de oudere.
Als een OCMW een borgstelling heeft gegeven wanneer een persoon opgenomen is in een woonzorgcentrum, staat het OCMW dus garant voor de betaling van een aantal kosten.
Het OCMW kan de kosten die het betaalt, terugvorderen van bijv. de kinderen.
De maatschappelijk werker zal jouw sociale en financiële situatie onderzoeken. Je zal in de eerste plaats zo veel mogelijk jouw eigen middelen moeten gebruiken om de kosten te betalen. Als er kinderen zijn, wordt de onderhoudsplicht onderzocht door de maatschappelijk werker.
- Je wordt, als kind van de ouder die in het woorzorgcentrum verblijft, gecontacteerd door het OCMW, en wordt gevraagd naar het OCMW te komen.
- Een maatschappelijk werker heeft een gesprek met jou om jouw sociale en financiële situatie te evalueren. Er kan ook een sociaal onderzoek gevoerd worden.
- Het OCMW neemt vervolgens een beslissing of je al dan niet moet bijdragen in de kosten die het OCMW maakt n.a.v. de opname (van jouw ouder) in een woonzorgcentrum.
Je neemt best jouw identiteitskaart mee.
Het is ook mogelijk dat de maatschappelijk werker je nog bijkomende zaken vraagt.