Bellebargiebos
Tijdens de 15de eeuw had dit bos een zeer belangrijke functie als leverancier van brandhout, dat met trekschuiten (bargiën) langs de Burggravenstroom, het Brakeleiken en de Lieve naar Gent werd gebracht. Ter hoogte van het bos was een bel om zich aan te melden. Daar is meteen de oorsprong van de naam ‘Bellebargiebos’ te zoeken. Het gebied wordt ook wel eens ‘Kwadebossen’ genoemd, duidend op de zeer dichte begroeiing ten gevolge van het hakhoutbeheer.
Het Bellebargiebos ligt in Zandig Binnen Vlaanderen (dekzandgebied). Naast Het Leen is het Bellebargiebos zowat het enige grotere boscomplex in het dekzandgebied dat een onafgebroken voorgeschiedenis als bos heeft gekend (zogenaamd oud-bos).
Dit vochtige, zure eikenbos werd dan ook nooit ontgonnen tot landbouwgrond. Het Bellebargiebos is vochtiger dan de Lembeekse Bossen, omdat het niet op de stuifzandrug van Oedelem tot Stekene ligt en vlak aan de Burggravenstroom gelegen is. Het bos bestaat grotendeels uit oude eiken (waarvan sommige meer dan 200 jaar oud zijn) en beuken. Bijzonder waardevolle planten zoals dalkruid, bosanemoon en salomonszegel wijzen erop dat het bos een verre geschiedenis heeft. Men noemt deze planten daarom ‘oud-bos-indicatoren’. Het dood hout dat men er met opzet laat liggen, is het leefgebied voor zowel paddenstoelen als insecten, zoogdieren en vogels. Wie goed in de bomen speurt, zal regelmatig een eekhoorn of goudhaantje tegenkomen en ’s nachts is de bosuil er actief.
Het Bellebargiebos is als enige bos in het Meetjesland aangewezen als bosreservaat, waarmee bedoeld wordt dat het biologisch waardevol is en een speciaal beschermingsstatuut heeft in het kader van het bosdecreet.