Belasting op het vervoer van personen met een politievoertuig
De gemeenteraad beslist om een belasting te heffen op vervoer van personen met een politievoertuig die de openbare orde verstoren, in staat van openbare dronkenschap zijn of zich in een soortgelijke toestand bevindt ten gevolge van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de tussenkomst van de lokale politie noodzakelijk maakt. In geval het een minderjarige betreft, zijn de ouders of voogden hoofdelijk de belasting verschuldigd.
De belasting is een contantbelasting. Als contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen de drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
De bevoegde overheid stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.
De bevoegde overheid doet binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift, uitspraak op basis van een met redenen omklede beslissing.
Vervoer van een persoon die de openbare orde verstoort, dronken of zich in een soortgelijke toestand bevindt ten gevolge van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen naar huis, naar een verpleeginstelling of naar het politiekantoor: 100 euro per persoon per rit.